techniek – afstandsmeting

Een object lijkt dichterbij als de lucht helder en schoon is, of als je over een wateroppervlak heen moet schatten. Een object lijkt verder weg als het in de schaduw ligt, of als de lucht nevelig en ondoorzichtig is.

Kleine afmetingen

Om kleine afstanden te meten kun je natuurlijk een liniaal of meetlint gebruiken. Als je een paar vaste maten van je lichaam weet, dan kan je heel makkelijk afstanden schatten.

Bepaal voor jezelf enkele van onderstaande afstanden:
De lengte van je lichaam
Spanwijdte van je hand, gespreid van duim tot pink
Voetlengte
Hoogte van je middel
Elleboog tot vingertop
Lengte van een hele grote stap (erg handig!)
Een normale stap (loop 10 stappen en deel de afstand door 10!)

OMSLAGMETHODE

Een makkelijker manier om de hoogte te bepalen is het schatten met een stokje. Hou de stok in gestrekte arm voor je. Hou de punt van de stok gelijk met de punt van de toren. Verplaats je hand zodat hij gelijk komt met de onderkant van de toren.

Draai de stok nu een kwart slag naar rechts, je hand hou je gelijk met de onderkant van de toren. Laat nu iemand vanaf de toren naar rechts lopen totdat hij gelijk komt met de punt van je stok. Onder het lopen tel je het aantal stappen dat je nodig hebt. Meet de lengte van 1 stap en vermenigvuldig dit met het aantal stappen.

Hopman Wouter methode

Ga met je rug naar de toren staan en kijk tussen je benen door naar de toren. Loop net zo lang van de toren vandaan totdat je, met gestrekte benen, de bovenkant van de toren kunt zien. Draai je vervolgens om en tel het aantal passen dat je nodig hebt om naar de toren toe te lopen. Vermenigvuldig het aantal passen met de afstand van 1 pas.

De uitkomst is de hoogte van de toren.