techniek – kamperen

Kamperen (Basis)

Kamperen betekent volgens het woordenboek: buitenshuis verblijven, in een tent, caravan e.d.

Bij de scouting komt daar wel wat meer bij kijken. Het is niet te vergelijken met het kamperen zoals de ‘gewone burger’ dat doet, met de caravan of op de camping.

Ook tijdens het schoolkamp of de militaire oefening kampeert men anders dan zoals wij dat gewend zijn. Kamperen bij Scouting is . . . nu eenmaal anders, dichter bij de natuur, spannerder en primitiever ook. Kijk alleen maar eens naar onze kampterreinen, ‘gewoon’ ergens in het bos, tussen de bomen. Geen stromend water, douche of toilet aanwezig. Daar hoef je bij de meeste mensen niet mee aan te komen.

Kamperen bij Scouting is niet alleen heel erg leuk, je steekt er ook nog wat van op. Samen met je patrouille leer je voor jezelf en anderen te zorgen, de klus te klaren. Je kookt je eigen potje, op gas of boven een vuurtje, dat maakt voor jou niets uit. Ook leer je het juiste pad te vinden, overdag en in het donker. Je staat vroeg op en je bent de hele dag actief bezig in de buitenlucht. Je leert de natuur te waarderen en te respecteren.

hagelbui op zomerkamp!?Maar . . kamperen bij Scouting is ook heel erg vermoeiend en je hebt bijna geen luxe. Altijd ben je bezig en moet je allemaal dingen doen van de leiding. Soms regent het de hele dag en kan het ook heel erg koud zijn in de tent. Soms heb je alleen maar een zeiltje om onder te slapen en geen water om je te wassen. Tijdens de hike heb je kilometers moeten lopen, bijna had je het opgegeven. Geen einde leek er aan te komen, alleen maar lopen, lopen, lopen, kilometers ver. Moe en met blaren op je voeten kom je veel te laat terug op het kampterrein. Daar laat je ook het eten nog aanbranden en ga je met een maar half gevulde maag doodop en veel te laat pas slapen. Je schoenen zijn nat en je broek stinkt een uur in de wind. Ook was je ’s nachts eigenlijk best bang in het donker en je hebt ook last van hoogtevrees gehad. En de leiding kun je ’s morgens ook wel schieten, om zeven uur opstaan, ze zijn gek! Kamperen? Kramperen zul je bedoelen, het is een en al ellende zo’n verkennerskamp!!!

Raar eigenlijk. Op het moment zelf baal je soms als een stekker en zie je het nut er echt niet van in. Maar als je dan thuis bent en lekker schoon en uitgerust de foto’s op het internet zit te bekijken kun je al bijna niet meer wachten tot het volgende weekendkamp! Dan ben je dus besmet met het Scoutingkampeervirus! En das niet zo best!

KAMPLOKATIE

Voordat je je tent gaat opzetten moet je eerst een geschikte plek uitzoeken.

(meer over het opzetten van tenten en bouwen van keukentafels volgt nog)


SLAAPZAKKEN

Er zijn twee verschillende modellen; de dekenslaapzak en de mummieslaapzak.

De dekenslaapzak is de meest bekende vorm, gewoon een rechthoek. Deze slaapzak is zwaarder en omvangrijker ten opzichte van een mummie met dezelfde isolsatiewaarde.

De mummieslaapzak is meer naar het lichaam gevormd, dit betekent dat deze bij de voeten een stuk smaller is als rond de middel. Tevens heeft deze slaapzak vaak een capuchon die om het hoofd getrokken kan worden wat voor een betere isolatie zorgt.

Beide slaapzakken hebben vaak wel de mogelijkheid om aan de onderkant een kier open te ritsen, dit kan zomers erg lekker zijn als het erg warm is.

WELKE SLAAPZAK HEB IK NODIG?

Hoewel er dus maar twee modellen op de markt zijn, zijn ze wel in veel verschillende uitvoeringen leverbaar. De belangrijkste vraag die je moet beantwoorden is; waar ga ik hem voor gebruiken en wat wil ik er voor uitgeven?

Een isolatiewaarde van -15 wil trouwens niet zeggen dat je met deze kou nog lekker warm buiten in je slaapzak kunt liggen. Deze waarden zijn altijd erg aan de positieve kant (deel maar door twee). Het scheelt natuurlijk ook wie er in de slaapzak ligt, de een kan beter tegen de kou dan een ander. Als het vriezen gaat kun je beter een extra deken meenemen, daar heb je veel meer aan.

Allround en comfortabel

Ga je kamperen met de verkenners of met je ouders naar de camping, dan zoek je dus een algemene, degelijke en zeer comfortabele model voor thuis- en kampeergebruik.

Bijvoorbeeld: Model Scout Ranger (Scoutshop)
De standaard slaapzak voor Scouts met een perfecte prijs/kwaliteitsverhouding. 230x85x55cm, ongeveer 1950 gram, capuchon met isolatierand, documentenzakje en compressiehoes. Isolatiewaarde tot -6. Koppelbaar, pakmaat 38x25cm. Kleur zwart met oranje binnenkant.
Prijs 39.50

Lichtgewicht en compact

Ga je samen met je vrienden een flinke hike-vakantie houden dan is het van belang dat je een lichtgewicht slaapzaak meeneemt die ingepakt niet te veel ruimte inneemt. Lichtgewicht en functionele materialen zijn dan dus belangrijk.

Bijvoorbeeld: Model Polar 1000 (Scoutshop)
Lichtgewicht en compacte slaapzak, mummy model. Binnen- en buitenstof van cire nylon met hoogwaardige holvezelvulling. Voorzien van capuchon en documentenvakje. Afmeting 210 x 78 x 50 cm, isolatiewaarde tot -5 ºC, pakmaat 40 x 16 cm, gewicht 1000 gr.
Prijs 49.95

Extreem

Ga je ’s winters kamperen, of hiken door de Schotse Hooglanden? Dan moet je voorbereid zijn op de meer extreme weersomstandigheden die je onderweg zou kunnen tegenkomen. Een warmte efficiente mummy slaapzak met een compacte pakmaat is wat je dan nodig hebt.

Bijvoorbeeld: Model Artic (Scoutshop)
Royale mummy voor extreme omstandigheden (-15 C). Afmeting 235 x 85 x 60 cm. Sterke nylon buitenstof en comfortabele binnenvoering. Vulling Spiral Superfine holvezel. Gewicht ca. 2100 gram. Twee-weg ritssluiting afgedicht door anti-tochtstrook. Ritssluiting is voorzien van vastloopbeveiliging. Verder heeft de Artic een documentenvakje, warmtekraag met voorgevormde capuchon en royale ‘box foot’. De ‘box foot’ zorgt ervoor dat er voldoende ruimte is voor de voeten. Wordt geleverd in compressiehoes.
Pakmaat 40 x 30 cm. Prijs: 74,50

VOOR- en NADELEN

Dekenmodel

Veel ruimte om lekker te kunnen slapen.
Kan volledig opengeritst worden, makkelijk bij het luchten van de slaapzak.
Hij is ook als deken te gebruiken!
Hij is relatief zwaar en heeft een groot pakvolume.
Het duurt langer voordat de slaapzak ‘op temperatuur’ is, hij isoleert dus minder.

Mummy

Hij is licht van gewicht en heeft een klein pakvolume.
Komt snel ‘op temperatuur’, isoleert beter.
Hij is minder ruim, lastig met omdraaien.
Nauwelijks als deken te gebruiken.

Beide modellen zijn met verschillende vullingen leverbaar.

Synthetisch (1)

Voordelig in aanschaf.
Hij is makkelijk wasbaar en praktisch ongevoelig voor vocht .
Relatief korte levensduur (2 à 3 jaar)
Geschikt voor temperaturen rond het vriespunt.

Polarguard

Is bijna even duur als dons.
Makkelijk wasbaar en ook praktisch ongevoelig voor vocht
langer levensduur (6 tot 8 jaar)
Geschikt voor winterkamperen (tot -10 ongeveer).

Dons

Dons is een natuurproduct en is lekker warm, ook bij flinke vorst dus prima geschikt voor de winter. Dons gaat lang mee (10 jaar en meer) en heeft een klein pakvolume
Is wel duur in aanschaf en is ook gevoelig voor vocht.
Minder makkelijk zelf te wassen

TECHNISCHE INFORMATIE

Cuin staat voor cubic inch, dus één kubieke inch, dit is gelijk aan 16,39 cm3. Deze waarde geeft de vulkracht aan van een ounce dons. Een ounce is 28,3 gram. 600, 700 of 800 cuin zijn veel gebruikte waarden voor slaapzakken en kleding. 600 cuin vult dus 600 kubieke inch. Hoe hoger het getal, hoe beter de isolatiewaarde van het dons.

Denier is de eenheid voor dichtheid van een draad. Een 1 denier draad heeft een gewicht van 1 gram bij een lengte van 9000 meter. Een weefsel van hogere denier-waarde is dikker, zwaarder en slijtvaster omdat de draden dikker zijn.

Dons bestaat uit een kern, waaruit een aantal zijde-achtige draadjes met weerhaakjes ontspringen. Deze zijn in staat een isolerende laag op te bouwen door de grote stilstaande hoeveelheid lucht die zich hierin bevindt.

Fillpower: Engels voor vulkracht. Uitgedrukt in cuin.

Microvezel: zeer dunne vezel waar dichtgeweven weefsels van gemaakt kunnen worden.

MTI-Loft: holle polyester vezel. De eigenschappen zijn vergelijkbaar met polarguard, kan op 60ºC gewassen worden.

Nylon: Polyamide vezel. Voor het eerst in 1938 door DuPont op de markt gebracht.

Polyamide (PA): beter bekend als nylon. Uitstekende slagsterkte en slijtageweerstand. Polyamiden absorberen ettelijke gewichtsprocenten water uit de atmosfeer, een effect wat mooi te zien is bij een nat nylon tentdoek. Treksterkte: 40 tot 70 MPa

Pertex: een weefsel van een nylon microvezel die in vele varianten wordt gebruikt voor de buiten- en binnentijk van slaapzakken.

Polarguard: holle polyester vezel. Continue vezel met een zeer lage dernier waarde. De vezel die het dichtst dons kan benaderen.

Polyester: grote familie lange keten polymeren opgebouwd uit minstens 85% esters. Ppolyetheentereftalaat, bekend van de PET-flessen, is ook een polyester. In de buitensport wordt het veelvuldig in kleding (fleece) en tenten toegepast.

SLAAPMATTEN

Een goede slaapmat is minstens zo belangrijk als een goede slaapzak. Ook hier is er weer keus te over. Wat zijn de verschillen?

Luchtbedden zijn zwaar en isoleren matig, daardoor niet geschikt voor je avontuurlijke reis, nemen in de tent te veel ruimte in.

Iso-matten isoleren, afhankelijk van de dikte, heel goed. Ze zijn bedrijfszeker en nemen helemaal geen vocht op. Het nadeel van deze matjes is dat het comfort niet erg hoog is.

Zelf opblaasbare matjes hebben het comfort van een dikke schuimrubber matras, terwijl ze ook uitstekend isoleren. Bij het opendraaien van het ventiel zuigt het veerkrachtige open celschuim zichzelf vol met lucht. Een echte aanrader dus!

LAKENZAKKEN

Een lakenzak is een zak – veelal gemaakt van katoen of zijde- waar je volledig in past. Deze kun je gebruiken als hoes voor in je slaapzak – wordt je slaapzak minder snel vies- of om in te liggen onder warme of minder schone omstandigheden.

PM verkenners 1999Kamperen (Verdieping)

Ook in de winter ben je bij scouting vaak actief buiten bezig. Ga je in de winter kamperen, wat erg leuk is, wees dan wel bewust van de mogelijke gevaren die met namen de kou kunnen veroorzaken. Een goede voorbereiding is dus ook altijd noodzakelijk om problemen tijdens en na het kamp te voorkomen.

Warm blijven

Tijdens een winterkamp is het belangrijk dat je jezelf warm houdt. Dit doe je door zo min mogelijk stil te zitten. Probeer zoveel mogelijk te bewegen door te gaan lopen met bijvoorbeeld de rugzak, probeer actief bezig te zijn in de sneeuw. Als je gaat rusten drink of eet altijd iets warms of als het donker is geworden ga iets doen in de tent en kruip dan lekker in je slaapzak. Op den duur, doordat je constant buiten bent, raak je vanzelf gewend aan de lage temperatuur en zal de kou steeds minder merken.

Wat je dus beter niet kunt doen is halverwege het kamp de warmte van bijvoorbeeld een café opzoeken of slapen in een binnenaccommodatie. Als je hierna weer verder moet zal je het vele male kouder hebben als daarvoor. Maak je ’s avonds een kampvuurtje, ga er dan niet te dicht bij zitten, de grote temperatuursverschillen kunnen vervelende gevolgen hebben op je lichaam, denk hierbij aan wintervoeten en -handen.

Kleding

Om jezelf warm te houden is het natuurlijk ook belangrijk dat je jezelf goed warm aankleedt, bedenk hierbij dat meerdere dunne lagen altijd beter isoleren dan 1 dikke laag. Ook hebben meerdere lagen kleding het voordeel dat als je door veel beweging het warmer gaat krijgen je ook nog wat kan uittrekken.

Benen:

Als eerste laag doe je een pyjamabroek, lange onderbroek of een maillot aan. Daarover een dunne katoenen outdoorbroek (ruime broek en droogt snel ). Om deze wind en waterdicht te houden kan je eventueel een regenbroek erover aantrekken. Nog beter is een polyester broek of een skibroek, die zijn heel erg warm, waterdicht en drogen snel. Nooit een spijkerbroek, deze is zwaar en droogt heel langzaam.

Voeten:

Trek 2 paar sokken (1 dun en 1 dik paar) over elkaar aan dit is lekker warm en beter dan 1 dik paar. Bezuinig niet op sokken en zorg dat ze heel zijn. Blaren en koude voeten zijn vaak het gevolg van het dragen van slechte sokken. Vochtige sokken gelijk vervangen door drogen.

Zorg dat je WATERDICHTE hoge schoenen hebt. Natte voeten dat betekent ook koude voeten. Door koude voeten ga je je helemaal koud voelen. Vet je leren schoenen goed in van tevoren of behandel ze met een silicone middel uit een spuitbus.

Moet je door hoog nat gras kunnen lopen of wil je voorkomen dat er sneeuw boven in de rand van je schoen valt dan kan je over je schoenen een plasticzak trekken. Je maakt in de plasticzak een gat waar je voet doorheen gaat. Je maakt dit weer vast met elastieken om je been en schoen. Hiervoor in de plaats kan je natuurlijk ook echte gamasches kopen.

Buik/Borst:

Trekt een extra hemd of T-shirt aan, liefst met lange mouwen. Ook kun je een koltrui aantrekken. Daarover doe je een dikke blouse of trui aan. Zorg dat de jas die je hierover aantrekt waterdicht is. Als het echt heel koud is door de wind kun je een regenjas over je jas aandoen. Je kan beter meerdere dunne lagen aandoen dan een dikke laag.

Handen:

Trek wanten of dikke handschoenen aan. Wanten zijn warmer als handschoenen, maar je kunt met handschoenen aan meer doen. Gebruik bijvoorbeeld tijdens het opzetten van de tenten en het koken dunne handschoenen en tijdens het lopen dikke wanten.

Hoofd:

Omdat je de meeste warmte via ie hoofd verliest, namelijk 30%, is het verstandig om een muts te dragen. Deze moet over je oren heen komen anders kunnen die bevriezen!!! Doe een das om. Neem lippencrème mee (blistex of labello) om schrale lippen te voorkomen. Als er erg zonnig weer is voorspeld en er ligt sneeuw dan kan het handig zijn om zonnecrème en een zonnebril mee te nemen.

Overnachting

Welk onderdak?
Een winterkamp betekend kamperen in de winter. Overnachten doe je dus in tenten. Alleen welke tent is nu het beste? Omdat we meestal (om warm te blijven) met de rugzak op pad zijn hebben we de keuze uit lichtgewicht tunneltenten en koepeltenten. Verwachten we dat het kan gaan sneeuwen dan blijven de tunneltenten thuis. De sneeuw kan er namelijk op blijven liggen en onder het gewicht bezwijkt dan die tent. Op de koepeltenten blijft nauwelijks sneeuw liggen en ze vangen tevens minder wind.

De tent opzetten in de sneeuw:

Als je de tent op gaat zetten, zorg dan dat je een vlakke plaats uitzoekt. Met sneeuw, wat waarschijnlijk het geval zal zijn, moet je zorgen dat je de sneeuw weg haalt als er weinig sneeuw ligt. Als er een flinke laag sneeuw ligt kan je het gewoon platstampen (de platgestampte sneeuw werkt dan als isolatielaag), bij heel veel sneeuw een gedeelte weg halen.

De tenten worden in de winter meestal in het donker opgezet, oefen dit ook goed van tevoren. Een hoofdlamp kan makkelijk zijn, je hebt dan je handen vrij. Voor die handen kan je dan het beste wat dunnere handschoenen met vingers gebruiken, met wanten kan je echt geen tent opzetten. Als je in je tent gaat, zorg dan dat je NOOIT sneeuw mee naar binnen neemt!

Slapen:
Als je gaat slapen moet je een paar droge sokken aan doen. Je kunt het beste je muts ook ophouden tijdens het slapen, 30% van de warmte verlies je namelijk via je hoofd. Dit voorkomt ook dat je koude voeten krijgt. Een mummieslaapzak is een must, je hoofd blijft dan ook lekker warm. Controleer tot hoeveel graden onder nul je slaapzak geschikt is. Als je een zomerslaapzak hebt neem dan nog een 2e slaapzak mee, of bijvoorbeeld een fleecedeken of binnenzak. Wat heel warm en handig is, is een reddingsdeken voor noodgevallen (natte slaapzak b.v.) ook kun je die als isolatie onder je slaapmatje leggen. Dat is een hele dunne deken die je kunt kopen bij drogisterijen of Scoutshop. Hier kan je jezelf ermee inwikkelen om warm te blijven. Het nadeel is dat niet vocht doorlatend zijn, je slaapzak wordt nat en dat vocht bevriest dan.

Natte spullen: Omdat het waarschijnlijk vriest in de nacht is het raadzaam om natte kleding/schoenen in een plasticzak te stoppen, dicht te knopen en te bewaren in je slaapzak. Bevroren schoenen krijg je niet meer aan je voeten.

De combinatie wind en nat zijn kan bij een slechte voorbereiding leiden tot onderkoeling.

Drinken: Neem minimaal 2 liter of meer drinken mee. Gebruik een lichte petfles en wikkel deze dan in met aluminiumfolie en daarna met kranten, of gebruik een handdoek, zo bevriest de inhoud niet. Beter nog is een thermosfles (handig voor iets warms tussendoor). Drink NOOIT alcohol. Dit verwijdt de bloedvaten waardoor je nog sneller afkoelt. Zorg dat je voldoende warme drank kan maken. Neem thee en koffie (liefst met veel suiker) mee. Oplos chocolademelk en Cup a soup zijn ook heel lekker als tussendoortje.

Eten: Brood is bevroren niet lekker, crackers zijn ook geschikt om te eten als het zo koud is. Volkoren biscuits en legerkoeken zijn ook lekker. Paté chocopasta en jam bevriest niet snel. Chocolade is bevroren ook lekker. Switch koeken van Liga zijn ook goed te eten als het koud is. Als avondeten pak je meestal iets eenvoudigs, dat snel klaar is. Groenten b.v. die lang moeten koken kosten veel brandstof, water en tijd (koken is stilzitten dus kou lijden). Complete pasta’s die met warm water aan te maken zijn of maaltijden die je alleen hoeft op te warmen hebben de voorkeur. Nog makkelijker zijn b.v. de Struik maaltijden. Die kan je in de dichte verpakking gewoon opwarmen in een pan met warm water. Hiervoor kan je dan gewoon rivierwater of sneeuw gebruiken. De maaltijd eet je gewoon uit het blik dus je hebt ook geen afwas!

Dag indeling

Opstaan:
Omdat je ’s ochtends het snelst afkoelt moet dit binnen een uur gebeurd zijn.
aankleden (direct warm)
je eigen materiaal inpakken
tent inpakken (bij goed weer, anders eerst in de tent eten)
ontbijt klaarleggen op het ‘tafelkleed’ (zeil waar alles op blijft liggen)
thee zetten en thermosflessen vullen
na het ontbijt de rest inpakken (kampterrein opruimen en schoon achterlaten)

Pauzeren:
20 min na vertrek vindt er een korte stop plaats, deze is alleen bedoeld voor mensen die het warm krijgen. Zij kunnen dan een te veel aan kleding uit trekken, dit is echter nog geen rustpauze.

Tussendoor stoppen we af en toe. Dan kun je iets warms pakken uit je thermosfles of wat eten. Vergeet dan niet om wat extra aan te trekken als je het koud begint te krijgen.

’s Middags eten we weer crackers en wordt nieuw warm water gemaakt om de thermosflessen bij te vullen.

Kampopbouw

Bij aankomst op een kampterrein is het raadzaam om na de indeling van het terrein eerst je tent op te zetten, behalve als we wild kamperen. Dan moet je wachten totdat het donker is met het opzetten van de tenten, oefen dit ook van tevoren! Let erop dat je de tent op een beschutte plaats opzet. Wind geeft namelijk de grootste afkoeling. Laat NIETS buiten de tent rondslingeren. Het bevriest of kan na een sneeuwbui niet meer terug te vinden zijn.

Als de tent staat kan je iets warms drinken of iets eten.

Niet Vergeten!!!

ZORG DAT JE NIET AFKOELT, als je voelt dat je het koud begint te krijgen trek dan meteen wat warms aan of kruip in je slaapzak. Als je het koud hebt krijg je het niet meer snel warm.

BESCHERM JEZELF GOED tegen regen, wind, sneeuw en kou.

ZORG DAT JE SCHOENEN WATERDICHT EN GOED ZIJN BEHANDELD, liefst een maand en een week van tevoren invetten of spuiten.

ALLES WATERDICHT VERPAKKEN, doe al je spullen, voordat je ze in de rugzak stop, eerst in een vuilniszak of plastic. In deze zak moet je natuurlijk geen branderbrandstof of water doen.

VERGEET NIET DAT ER OOK NOG GROEPSMATERIAAL IN JE RUGZAK MOET. Dit materiaal komt NIET buiten de rugzak, je hangt of je eigen spullen erbuiten (matje?) of je laat je eigen spullen achter.

NEEM WATER VOOR ONDERWEG MEE IN EEN THERMOSFLES, dat voorkomt dat het bevriest en je heb tevens snel iets warms te drinken

NEEM GEEN STALEN MOK OF BORD MEE, dan is je eten en drinken binnen een paar minuten koud, plastic isoleert beter.

ALLES BEVRIEST, alles wat je onbeschermd laat bevriest. Water en ander drinken buiten je tas, eten, je schoenen in de voortent, je handen zonder handschoenen. Let hier op! Ook de grond is koud.

KOOK NOOIT IN JE TENT, het kookvocht bevriest tegen de tent die tevens zeer brandbaar is.

HAAL DE DRUK VAN JE BRANDER AF ALS DEZE IS AFGEKOELD, mocht het kraantje opengaan tijdens het lopen dan zit niet je hele rugzak onder de benzine.

LEG ZELFOPBLAARBARE SLAAPMATJES DIRECT UIT na het opzetten van de tent, dit vanzelf opblazen gaat bij koud weer een stuk langzamer.

MATERIAALLIJST DEELNEMERS WINTERKAMP

(2 overnachtingen)

In Rugzak meenemen:
1 stel ondergoed
5 paar warme sokken
regenbroek
regenjas
sjaal
muts
handschoenen dik(wanten) en dun (om iets mee te doen)
klein doosje zuurvrije vaseline of labello
rol pedaalemmer zakken
4 vuilniszakken
4 plasticzakken
6 postelastieken
thermosfles 3/4 liter (minimaal ½) liter + petfles 1,5 liter
zakmes
plastic mok, en lepel (hoeft niet van plastic te zijn)
toiletspullen (tandenborstel en een klein stukje zeep is vaak voldoende)
wc-papier (ook voor schoonmaken bestek te gebruiken)
handdoekje (meteen als petfles isolatie) en washandje
zaklamp(met volle batterijen), een hoofdlampje is makkelijker
zitmatje
slaapmatje
slaapzak
dunnen slaapzak voor in slaapzak of fleece zak (als je geen warme slaapzak hebt)
Paspoort of identiteitskaart

Eventueel:
reddingsdeken
zonnebril bij sneeuw
gamasches, om de sneeuw uit je schoenen te houden
fototoestel

Tussendoortjes:
Je moet op ongeveer 15 warme tussendoortjes p.p. rekenen.
Cup a Soup
chocolademelkpoeder
koffiepoeder + melk of thee + suiker
Twix, Mars, Snikker, Evergreens, Switch, chocolade, nootjes e.d.

Eten:
2 in water op te warmen maaltijden, denk aan b.v Struik blikken (let op afmeting pan)
2 pakken crakers + beleg

Groepsmateriaal:

1/3 gedeelte tent (stokken/ binnentent + grondzeil / buitentent + haringen)
brander / Fuel / Pannen
evt. snowboards (op rugzak)
EHBO set.

Aantrekken:

ondergoed (hemd+ onderbroek)
lange onderbroek / pyjamabroek / trainingsbroek
hemd met lange mouwen / pyjamajas
warme sokken
dunne trui = uniform
trui of jack iets dikker, fleece
broek katoen, geen spijkerbroek
goede ingelopen hoge schoenen (waterdicht)
jas (winddicht)
scoutingdas